'Maybe wholeness is embracing brokenness as part of your life' - Ann Voskamp, The Broken Way Het was afgelopen donderdagavond, een broeiende avond na een hete zomerdag, toen een vriendin van mij spontaan langs kwam. Ik zat op de bank, was moe en uitgeput. 'Laten we een stukje gaan wandelen' zei ze enthousiast. De afgelopen weken heb ik af en toe mezelf de deur uitgesleept als ik s'avonds uitgeput op de bank zat, en dat was me, na de eerste stap buiten, achteraf altijd goed bevallen. 'Laten we dat doen', opperde ik nog met enige schroom. Ik was blij dat er iemand was die vandaag mijn avondwandeling kwam initiëren. We liepen door wat vervallen steegjes naar het inmiddels volop bloeiende groene park, mijn vriendin vertellend over de mooie dingen die op dit moment in haar leven plaatsvonden. Ik strompelde wat mee, luisterde met mijn laatste beetje energie fascinerend naar haar hoopvolle verhalen. Pas na een tijdje lopen, besefte ik me dat niet lang geleden ik diegene was die voluit aan het vertellen was, en zij diegene die moeizaam liep, nadat ze zelf waarschijnlijk ook een paar keer flink gestruikeld was. We hadden het over het leven. Over ongemakkelijke moeiten, en de overwinningen daarvan. Ik zag dat ze letterlijk en figuurlijk was opgeklaard na de afgelopen maanden. Ze liep fier en vrolijk en met grote stappen. Vol vertrouwen. Haar zinnen waren opgewekt en grappig. Een melodie was er zelfs in te ontdekken. Haar woorden klonken als vrolijke noten, met als bas-lijn deze keer de lichtheid van het leven. Al zo samen onderweg (zij huppelend, ik met slome stappen haha!) nodigde ze me uit om nog even ergens te gaan zitten; een koel drankje op deze zomerse avond. Het was fijn, zo naast mijn monotone bas wat melodieën te horen. Vooral ook omdat ik zelf zoveel moeite heb om ze te spelen, maar bij mijn vriendin in volle glorie te horen waren. Het lijkt alsof God mijn levenslied aan het veranderen is. Mijn opgewekte, vrolijke en onbevangen lied, dat voluit zong van oneindige mogelijkheden en 'alles is oplosbare' klanken. Sommige noten heb ik lange tijd niet meer gehoord, andere worden op dit moment tijdelijk verdrongen door het geluid van zwaardere tonen. Mijn eenvoudig, vrolijke lied, met impulsieve, lichtvoetige noten, en een glanzende melodie, is op dit moment een voorzichtig, twijfelend stuk, dat misschien wel het meeste lijkt op een klaagzang. En dat is wat ik misschien nog wel het ergste vind, en waar ik me eigenlijk het meeste voor schaam. Mijn eigen moe- en verslagenheid, mijn strompelende en monotone geluid. Bang wellicht voor dezelfde vraag die David stelde; 'Waar dan, is mijn God?' Toch, als ik met mijn eigen lied in gedachten, zijn gecomponeerde Psalmen lees, kom ik daar ineens ook heel wat donkere tonen tegen. Die waren me tot nu toe eigenlijk helemaal niet opgevallen. Naast al die keren dat David zingt; 'Ik juich voor mijn God!' en 'Ik wil zingen over uw liefde!' zijn er zeker net zo veel verdrietige en zelfs wanhopige melodieën van zijn hand terug te vinden. Al bladeren van verbazing, las ik daar in Psalm 42, plotseling een couplet en een paar zinnen die zo uit mijn eigen lied zouden kunnen komen: 'Lang geleden liep ik mee met iedereen op weg naar de tempel van God. We juichten en we zongen, we vierden allemaal feest. Daar denk ik aan terug, daar verlang ik naar. Waarom ben ik zo bedroefd, waarom zo onrustig van binnen? Dag en nacht ben ik verdrietig. Ik kan alleen nog maar huilen. En steeds weer vragen mijn vijanden mij: 'Waar is nu je God?' (Psalm 42:4-6) Hoe daadkrachtig ik het ook geprobeerd heb, ik vraag me steeds meer af of ik mijn lied wel zelf kan veranderen. En vooral ook of persé nodig is, om überhaupt weer vrolijke noten te kunnen zingen. Zijn deze coupletten niet gewoon deel van mijn lied? Mogen ze er niet gewoon zijn? Een plek krijgen in mijn eigen (amateuristische) bundel van kwetsbare liedjes voor God? Ik vroeg om antwoord en ik kreeg het. Toen ik deze week boven het bedje van Ephraïm hing, nadat hij voor de zoveelste keer (en het zoveelste flesje melk ... ) niet wilde slapen. Of ik een liedje wilde zingen. Nee, niet 'poesje mauw' maar een nieuwe. Niet over 'Jezus is de goede herder' maar over 'ik houwww van jou'. Al stamelend en improviserend zong ik een (ik kan wel zeggen; niet rijmend en vals) liedje. Maar het was genoeg. Voldaan vielen zijn oogjes dicht. Sinds die avond vraagt hij bij het naar bed brengen steeds weer of ik een 'nieuw' liedje wil zingen. Ze zijn nog steeds stamelend, meestal aardig vals en ze rijmen niet. Maar samen sluiten we zingend de dag af, en danken God dat hij ons weer van nieuwe (muziek)stof voorzag. Zing voor hem een nieuw lied, speel en zing met overgave. (Psalm 33:3) Niet alleen mijn vrolijke melodieën, maar ook mijn verdrietige (en zelfs wanhopige) hoort God aan. Mijn levenslied bundel mag wat onverwacht van titel veranderd zijn, en er is een nieuw genre bijgekomen. Maar zolang ik leef, zal ik zingen. Ik zal zo lang ik leef bezingen in mijn lied des Heeren milde gunst, het werk aan ons geschied. Mijn mond verkondigd, Heer, aan komende geslachten hoe Gij uw trouw betoont aan hen die U verwachten. Uw goedertierendheid rijst op en gaat zich welven, een altijd veilig huis, vast als de hemel zelve (Psalm 89, vers 1, berijmd)
0 Reacties
|
Over' Moederschap is Romeinen 12:1-2So here’s what I want you to do, God helping you: Take your everyday, ordinary life—your sleeping, eating, going-to-work, and walking-around life—and place it before God as an offering. Embracing what God does for you is the best thing you can do for him (...)
|