Het is een donderdagochtend. Ik zit met mijn zoontje (6) in het zand op het strand in Harlingen. Een studiedag; daar gingen we samen even iets moois van maken. Even samen op pad; tijd voor elkaar, wind, ruimte, zee en zand. Daar hadden we beiden wel zin in. Al pratende, met onze haren in de stevige wind, tussen de zandkorrels vraagt Ephraim mij ineens; ‘Mam, wat vind jij eigenlijk dat bij mij past? … Als ik later iets ga worden?’ Ik begrijp dat het thema op school ‘beroepen’ is, en er gaat een lach, maar tegelijkertijd ook een traan door mij heen. ‘Lieverd, wat een leuke vraag! Er past heel veel bij jou; maar vooral; je bént al iets. Je bent Ephraim… en dat blijf je .. ‘later’ ook! Toch vind ik het mooi dat hij vraagt wat er bij hem past. ‘Wat denk je zelf dat bij je past?’ vraag ik wat voorzichtig. ‘Waar houd jij van? Wat vind je leuk om te doen?’. Hij is even stil, en terwijl de wind door onze haren blaast en we samen koud worden daar zittend tussen de zandkorrels zie ik hem hard nadenken. Een frons tussen zijn wenkbrauwen en dan opeens een glimlach. ‘Dan wil ik denk ik wel avonturier worden..!’ zegt hij blij maar ook wat voorzichtig. ‘Kan dat?’. Ik moet nu echt lachen en weer ook een beetje huilen van binnen; Jazeker kan dat! En het mooie is; dat hoef je niet eens te worden; dat bén je al!’. ‘Ja! Want ik hou van avonturen en nieuwe dingen leren!’
Het is twee weken later. Op een opleidingsdag voor Spiritual Direction die ik volg, zit een mooie vrouw die in de pauze gaat tekenen en verven. Daar hou ik van; zulke mensen. Die niet als iedereen koffie gaan drinken, maar heel diep van binnen echt weten waar ze van tot rust komen (waar pauzes uiteraard ook voor bedoeld zijn ;)). Ik vertel haar het verhaal over Ephraim, die zich afvroeg of hij avonturier kon worden. Ze lacht, en vertelt me dan een verhaal over haar dochter, die het blijkbaar ook over beroepen had gehad op school. ‘Mam’ had ze al knutselend gezegd; ‘ik weet wat ik wil worden later; een knutselaar!!’ Haar moeder had vol vreugde geantwoord; wat leuk! Een knutselaar! Dat past ook echt bij jou! Daarna had ze haar dochter vertelt dat er ook ‘grote-mensen-knutselaars’ zijn; die noemen zichzelf ‘kunstenaars’ en die maken dan dingen waar andere mensen weer naar gaan kijken. Maar haar dochter had toen gezegd; ‘Hmm, nee hoor mam, ik wil geen kunstenaar worden, ik wil gewoon een knutselaar zijn en mensen hoeven niet perse naar mijn knutseldingen te komen kijken’. Lieve kinderen, lieve ‘grote-mensen’, Laten we onszelf en elkaar alsjeblieft vooral blijven zien als ‘knutselaars’ en laten we de avonturiers in ons weer wat wind, zand en ruimte geven, om weer meer te worden …wie we zijn! (en waren ;)). Want een wereld én kerk vol avonturiers en knutselaars; daar zou nog eens veel (moois) uit kunnen voortkomen!
0 Reacties
‘Wees niet bang, want ik zal je vrijkopen, ik heb je bij je naam geroepen, je bent van mij!’ - Jesaja 43:1 ‘Anne-leeeeen’! Mijn jongste zoon van 2,5 roept mij tegenwoordig bij mijn eigen naam. Geen mama, geen memmie, geen andere vorm dat mij herinnert aan de belangrijke taak die ik dagelijks voor hem vervul. Nee, gewoon Anneleen. Dat is dus ook huilend, liefkozend, af en toe krijsend en grappend. Ik heb er heel lang aan moeten wennen, of eigenlijk, wilde ik er niet eens aan wennen. Het deed me stiekem zelfs een beetje pijn. Waarom noemt hij mij niet gewoon Mama?
Lopend in de speeltuin zag ik mensen kijken; als hij mij geen mama noemde, dan was ik wellicht een oppas of gastouder. Dat voelde toch een beetje ongemakkelijk, of misschien gewoon wel een beetje verdrietig. Want ik was toch wel echt zijn ‘mem’. Dat is een speciale taak die ik heb en die ik elke dag weer met volle overgave en liefde uitvoer. Dat daar een naam bij hoort is eigenlijk ook wel heel prettig, besefte ik me met deze wisseling van aanduiding door hem. Het was op een avond dat ik er wel een beetje klaar mee was. Ik probeerde op allerlei manieren voor de zoveelste keer uit te leggen (en voor te doen) dat mama toch echt mijn naam was. Maar hij bleef volhardend. Anneleen was het, en zou het, waarschijnlijk nog lange tijd, gewoon blijven. Tijdens de redactie-vergadering van deze Wijnpers editie hadden we het over warme herinneringen aan de kerk. Iemand gaf aan dat ze het zo bijzonder vond dat Richard haar naam nog kende toen ze voor de tweede keer in de kerk kwam. Dat was zo bijzonder en waardevol geweest. Daardoor had ze zich zo welkom, en ook gekend gevoeld. Het was alsof God tot mij fluisterde: ‘Anneleen’, dat is jouw naam. En elke keer als je zoontje jou bij je naam noemt, dan roept hij niet jouw rol, of jouw taak, of alles wat je wellicht denkt te moeten zijn als moeder. Dan roept hij ‘jou’. Ik was ontroerd en tegelijkertijd verrast. Deze wending van een tot nu toe onoplosbare gang van zaken had ik niet zien aankomen. Mijn eigen zoon noemt mij bij mij naam. En elke keer als hij dat doet, dan herinner ik me weer dat hij ‘mij’ roept. En kent. En ja, ik ben zijn mama. Maar ik ben nog zoveel meer! Die avond googelde ik wat mijn naam eigenlijk betekent. En daar stond het; ‘ Geschenk van God’. Dat had mijn moeder moeten weten, toen ze mij destijds Anneleen noemde. Want ze kent God helemaal niet. Maar Hij, mij, ...blijkbaar ...wel! Het was afgelopen zomer waarin mijn zoontje van drie leerde fietsen. Zijn rode schoentjes hard-draaiend op de scheve trappers over een modderig zandweggetje, zijn ogen net zo verbaasd en glinsterend als die van zijn moeder. Fietsen hoorde nu officieël bij zijn leven. Een ervaring die hij nog niet eerder meegemaakt had: stevig doortrappen om in balans te blijven.
‘Wel voor je blijven kijken!’ riep ik hem nog na. Al slingerend kon hij zijn eigen enthousiasme niet meer goed bedwingen waardoor hij uitbundig om zich heen begon te kijken; voor zich, naast zicht, en achterom. Tot zijn knieën de grond raakten en hij van schrik ineen dook. Waarna hij, waarschijnlijk uit teleurstelling maar ook van de pijn, zachtjes begon te huilen. Ik kan me mijn eerste turn-wedstrijd nog herinneren. Als acht-jarige in een glimmend turn-pakje liep ik over de grote houten balk. Stralend van trots dat ik mijn zo-hard-op-geoefende- kunstjes aan het publiek mocht laten zien. Een radslag en een koprol, ook op de balk kon ik mijn evenwicht nu goed bewaren. Wat was ik blij en vrolijk dat ik met veel training mijn lat, letterlijk en figuurlijk, wat hoger had kunnen leggen. Daarna ging ik studeren en vloog ik mijn studententijd door. Er kwamen meer balken, leuke hindernissen en nieuwe uitdagingen waarbij ik mijn eigen kracht steeds specifieker leerde kennen. Waar was ik goed in, en wat kon ik voor de wereld gaan betekenen? Ik kreeg leuke banen, een liefdevolle man, een prachtig huis en toen … kinderen. Mijn voorzichtig en langzaam opgebouwde evenwicht werd tijdens het nieuwe hoofdstuk ‘moeder worden en zijn’ totaal onverwacht en tot mijn grote verbazing ruw verstoord. Het was alsof ik de toe-geeïgende balken uit mijn jeugd en studententijd niet eens meer kon beklimmen, omdat er nu dagelijks van alle kanten aan mij getrokken werd. Als ik iets wilde doen, afmaken of überhaupt bereiken leek ik nu structureel te worden afgeleid door kleine dingen die mij van mijn ’grotere doel’ af leken te houden; mijn evenwicht bewaren om zo steeds hogere balken te kunnen beklimmen. Deze kleine dingen - nachtelijke onderbrekingen, een upgrade in alle huishoudelijke taken, onzekerheid, moeheid en kleine kinderen die constante zorg nodig hebben maakten het klimmen niet alleen zwaar, ze hielden me zelfs aan de grond. Maar juist daar, met zere knieën van de pijnlijke val en de frustratie van het ‘oneindig proberen mijn oude latten weer te bereiken’ besefte ik me dat ik ooit ook zo begonnen was. Net als mijn zoontje hard-trappend op zijn groene fietsje, al slingerend over een modderig zandpad. En dat hij mij daar, als moeder, liggend op de grond, juist zo hard nodig had. Het moederschap heeft mijn evenwicht niet alleen veranderd, maar ook verschoven. De balken die ik zo graag weer wilde beklimmen om mijn evenwicht te (her)vinden heb ik na talloze verwoede pogingen vervangen door vaste, eenvoudige voeten op overzichtelijke grond. Pijnlijke grondsoms, maar ook heilige. Want nooit heb ik van zo dichtbij ervaren dat het liefhebben van anderen je zoveel zou kosten, dat je je leven daar voor zou gaan verliezen. Om het uiteindelijk, al knielend, voor je neus weer in volle glorie te vinden. ‘Wat doet het pijn he, die harde grond’ fluisterde ik mijn zoontje toe. Wetende dat dit niet de laatste keer zal zijn dat hij zijn knieën eraan zou gaan bezeren. Leren fietsen leert je misschien wat evenwicht is, maar het is de grond eronder, die uiteindelijk voor echte stabiliteit zorgt. Deze column is geschreven voor en gepubliceerd in het magazine Precious & Beloved van Ark Media. Komende jaar heb ik weer een aantal boeken die ik graag zou willen lezen. Deze liggen ergens in 2020 in ieder geval op mijn nachtkastje!
- The Lifegiving Home: Creating A Place of Belonging and Becoming (Sally Clarkson) - Risen Motherhood: Godspel Hope For Everyday Moms (Emily Jensen & Laura Wifler) - Liturgie van het Alledaagse; Heilige Gebruiken in het Gewone Dagelijkse Leven (Tish Warren) - Anonymous: Jesus Hidden Years and Yours (Alicia Britt Chole) - The Road Back to You (Ian Morgan Crone & Suzanne Stabile) - Run With The Horses: A Quest For Life at its Best (Eugene Peterson) - Wearing God: Clothing, Laughter, Fire and Other Overlooked Ways of Meeting God (Lauren Winner) - Eat This Book: A Conversation In the Art of Spiritual Reading (Eugene Peterson) - What is the Bible? How an Ancient Library of Poems, Letters and Stories Can Transform the Way You Think and Feel About Everything (Rob Bell) Bijbelstudies - Boven Jezelf uit; een studie over de vruchten van de Geest (Beth Moore) -afronden - Daily Discipelschip (Amy Gannett) - The Bible Project (Heaven & Earth, How to Read the Bible & The Shema Series) Ik luister al tijden naar de podcast van Emily P. Freeman, genaamd 'The Next Right Thing'. Ik vind het heerlijk om haar zachte stem te horen maar ook haar (op een of andere manier) zachte wijsheid. Emily heeft de traditie om elk seizoen te reflecteren op wat ze in die specifieke maanden heeft geleerd. Ik vond dat met [mijn volle hoofd dat structureel op zoek lijkt naar nieuwe levenslessen] wel een mooi en rustgevend idee; gewoon elk seizoen even opschrijven wat je geleerd hebt, dan heeft dat ook weer een plekje, haha! Dus, daar ga ik nu mee beginnen. 10 dingen die ik afgelopen herfst leerde! 1. Alles wat je graag wilt zit soms verstopt achter alles wat je eigenlijk niet wilt. Ik kwam deze wijsheid in tegen in een van de boeken die ik aan het lezen ben over minimaliseren. Ik ben al tijden bezig met het proberen om ons leven simpel te houden aangezien het hier nu dagelijks krioelt van 3 wilde mannetjes, en dat opzich al meer dan genoeg leven geeft. Dan gaat het over de was, het speelgoed, het eten en onze eetmomenten maar ook alles wat ik zo graag wil (en wat onder al deze praktische zaken ligt). Voor mijzelf maar vooral ook voor mijn gezin. Ik lijk soms zoveel dromen te hebben dat ik ze onmogelijk allemaal -tegelijk- kan uitvoeren. Ik ben nu bezig om te kijken naar wat ik eigenlijk niet wil, en dat ook echt te elimineren, omdat ik anders waarschijnlijk nooit tijd over houdt om bezig te zijn met de dingen die ik écht belangrijk vind. En dan is dat nu vooral; aandacht, verbinding, marge in de dagen en betekenisvolle tradities. Onder het mom van; beginnen is soms beter dan bedenken (zou ook 1 van deze 10 punten kunnen zijn) probeer ik de komende tijd me te focussen op het weghalen van spullen, gedachten en dromen die ons op dit moment niet helpen om echt met elkaar in verbinding te zijn, en blijven. Dat geldt trouwens ook voor activiteiten. 2. Rijkdom zit niet in de hoeveelheid van iets, maar in de schaarste ervan. Ik ben best veel bezig de laatste tijd (zoals te lezen hierboven) met wat er 'echt toe doet' . Rijkdom, zou je het kunnen noemen. Maar hoe meer rijkdom ik probeer te verzamelen, hoe minder ik het in mijn dagelijkse leven lijk te ervaren. Ik kan me ergeren aan / zorgen maken over het feit dat Cephas voor de zoveelste keer Meester Kees kijkt, maar ik kan me ook verheugen in hoe hij meeleeft met de personages en zo aandoenlijk met ze lacht en 'huilt', zo maar te zeggen. Die kleine lachtjes op zijn gezicht, de serieuze blik op zijn gezicht als er verdriet voorkomt, zijn vraag of ik 'even kom kijken' omdat het zo leuk is. Misschien zit de rijkdom niet in zo weinig mogelijk tv, maar in hoe ik hem ook - al Meester Kees kijkend- beter kan leren kennen. Zijn voorkeuren, de grapjes waar hij om mee-lacht, de vragen die hij stelt over wat hij ziet. Soms ligt de grootste rijkdom vlak voor je neus, als je maar de tijd hebt om er (samen) naar te kijken. 3. Als je je eigen koers vaart als moeder, krijg je iedereen in je gezin makkelijker mee. Lang heb ik gedacht dat er een manier was waarop ik een goede moeder kon zijn. Liefdevol, geduldig, avontuurlijk en tegelijkertijd geordend en gestructureerd...het plaatje dat ik ervan in mijn hoofd had gecreëerd was zo veelzijdig dat ik er -achteraf - nooit aan zou kunnen voldoen. Ik was zo bezig iemand te worden die ik helemaal niet was. Natuurlijk mag ik dingen leren, en kan ik bepaalde dingen ook gewoonweg niet goed (en ga ze wellicht nooit helemaal onder de knie krijgen of zelfs leren); maar dat is prima. Want er is maar 1 Anneleen en die brengt zo haar eigen-aardigheden met haar mee. Maar juist dat wat mij 'anders' maakt, maakt mij ook mezelf. Ik heb gemerkt dat als ik meer mijn eigen (danwel beperkte) koers durf te varen (i.p.v. die ik graag zou 'willen' bezeilen) dat ik de wind, zoveel meer, mee heb! 5. Mijn roeping is niet alleen het ' verzorgen ' van mijn kinderen, maar hen te discipelen! Deze jaren met (hele) kleine kinderen, is niet perse mijn makkelijkste seizoen. Op allerlei vlakken in mijn leven vormen deze langzame maar ook zulke intensieve dagen mij en rekken mijn lijf, hart én ziel op allerlei mogelijke manieren. Misschien is dat ook wat ' het onbekende' of daar waar je je niet perse ' op je gemak bij voelt' met je doet. Het leert je nieuwe kanten van het leven, maar ook van jezelf kennen. Je groeit erdoor, in alle opzichten. Mijn lijf, mijn hart én mijn ziel maken al een paar jaar een enorme groeispurt door! Heel eerlijk gezegd ook best een pijnlijke af en toe. Ik heb veel gedacht dat deze fase, waarin ik mijn kinderen vooral - en op allerlei manieren- verzorg, weerspiegelt hoe ik als moeder ben, en het ga doen. Maar de fysieke zorg (en alle structuur en orde die daarbij komt kijken) zijn gewoonweg niet mijn grootste kracht. Ik las het boek Risen Motherhood en werd eraan herinnert dat dit 'verzorgende' hoofdstuk slechts een hoofdstuk is in het moeder-zijn. De dagelijkse zorg die ik mijn kinderen geef is dan wellicht broodnodig en de basis waarop ze überhaupt hun leven kunnen (gaan) bouwen, maar ik mag elke dag ook geestelijk zaaien in hun leven (iets waar ik wellicht zoveel meer vreugde in ervaar!). Al is dat nu door gebed en kleine gesprekjes, door 'mijn' beperkte maar ook uniek manier van opvoeding, regels en tradities; ik heb de vreugdevolle taak ook juist die dingen te vullen met betekenis waardoor ze niet alleen praktisch, maar ook waarde-vol worden! Mijn taak is niet alleen mijn kinderen, huis en gezin te ' verzorgen' , mijn taak is ook om alles en iedereen binnen deze vier muren te discipelen (dat is wat anders dan alleen disciplineren!), en daar maakt mijn hart, ook in dit seizoen; wél hele grote sprongetjes van! 6. Netflix is soms wél een goed idee! Ik ben erg op zoek geweest naar een avond ritme dat mij helpt om ook echt te ontspannen en tot rust te komen. Het is soms wel half 9 voordat alle jongens rustig en wel slapen, waardoor er vaak weinig van de avond overblijft. Televisie kijken is niet echt mijn manier van ontspannen, waardoor ik vaak met een boek (vroeg) in bed kruip. Maar dat betekent ook dat ik Sjoerd Pieter soms minder zien en spreek s' avonds dan ik graag zou willen. Dat begon ik wel wat te missen (eerder kroop ik vaak bij hem op de bank voor de tv, niet dat we dan hele gesprekken hadden, maar toch had ik wel het idee dat we s' avonds samen waren). Vorige week herinnerde ik mij het gedeelte uit het boek Liefde en Respect, waarin staat dat mannen vaak al liefde ervaren gewoon als hun vrouw naast hen op de bank zit. Los van welke film er ook op staat haha! Dus ik stelde voor weer samen een serie te kijken. Dit werd uiteindelijk tot half 12 achter de spannende serie Unbelievable > een aanrader!) maar het voelde weer even alsof we student waren, alle tijd van de wereld hadden, en ons verder nergens zorgen over hoefden te maken. De volgende ochtend moest ik het uiteraard bezuren, maar het was gewoon even, heel erg, onbevangen én gezellig. Haha! 7. Bidden is altijd een goed idee! Het was op een donderdagavond, vlak voordat ik naar mijn twee-wekelijkse Bijbelstudie ging, dat ik wat gehaast mezelf aan het klaarmaken was en Ephraim ook nog naar bed gebracht moest worden. Ik koos er uiteindelijk toch voor dan maar wat later te komen, zodat ik hem gewoon nog even in alle rust in bed kon stoppen. Ik lag naast hem en we hadden het over van alles - hij voluit kletsend alsof we alle tijd van de wereld hadden - toen hij ineens zei; mam! Mag ik nog even héél kort bidden? Maar natuurlijk schat,(héél kort bidden kwam mij nu wel even goed uit! ;)). 'Lieve Jezus, wilt U mama morgen een hele mooie regenboog geven? Om te laten zien dat U van ons en haar houdt? En dan met extra oranje, want dat is mijn lievelingskleur!'. Ik vond het zo aandoenlijk en zelfs ontroerend dat hij dat vroeg, maar merkte bij mezelf ook meteen een soort 'beschermende' reactie: 'Lieverd, dat is heel mooi dat je dat God vraagt, maar als er morgen geen regenboog komt, dan nog houdt God van ons; dat staat gewoon in álle verhalen van de Bijbel, en daar kunnen we gelukkig élke dag uit lezen!'. 'Oh maar mam, ga maar snel naar Bijbelstudie dan! Dan kun je er me morgen meteen over vertellen!'. Op de fiets dacht ik er nog even over na; zijn 'korte' maar ook zo concrete gebed. De volgende dag echter, zat ik aan de keukentafel en moest ik er ineens aan denken. Ik zag buiten donkere wolken verschijnen en keek een beetje gniffelend naar buiten. Maar wat denk je: ... Bizar he! ...
Bidden is dus .. altijd een goed idee! Bedankt Ephraim, voor deze hele mooie, en zo concrete; levensles! 8. God vormt mij niet door grote daden of prestaties, maar juist in de alledaagsheid van mijn bestaan. Mijn grootste plannen en ideeën krijgen en hebben op dit moment in mijn leven niet heel veel ruimte: mijn wereld is letterlijk en figuurlijk kleiner geworden, maar tegelijkertijd óók groter! Want juist in de alledaagsheid van mijn bestaan, het vouwen van de was, het koken elke avond, het oprecht aandacht schenken aan mijn kinderen en het (ver)delen van mijn tijd: juist daarin vormt God mij op dit moment. Niet dus door grootse dingen zoals een (nieuwe) studie, ontwikkelingen en uitdagingen op mijn werk, deel zijn van 'grote' groepen of activiteiten (die lijk ik nu zelfs wat te mijden omdat ze gewoonweg een beetje te veel zijn ..) maar juist de kleinste (en soms ook onopvallendste) dingen die altijd wat nutteloos en niet-belangrijk leken, gebruikt God nu om mij dingen over Hem te leren. Die overgang van het kleine 'eren' heeft mij zoveel tastbare rijkdom gebracht. Daar waar ik in ' grootste ' dingen vaak naartoe werkte lijkt nu gewoon voor mijn neus voor het oprapen te liggen. Invloed hebben? Kijk maar naar mijn kinderen, en hoe ik hen, elke dag, kan onderwijzen. Betekenisvol zijn? Kijk maar naar de (trouwens niet altijd opgevouwen) was; elke dag hebben ze weer wat te dragen. Nieuwe dingen leren? Ik leer meer dan ooit tevoren; door juist de dingen aan te gaan die ik in eerste instantie niet zou kiezen als ' uitdaging'. In de alledaagsheid van mijn leven, de dingen die ik, elke dag, op een 'kleine' manier doe, juist grote ' gewoonten' vormen, die niet alleen op mij, maar ook op mijn gezin, héél veel invloed hebben! 9. Bellen met vriendinnen is (in dit seizoen met kleine kinderen) een fantastisch alternatief voor afspreken! Een terugkerend probleem; goede gesprekken voeren met je allerbeste vriendinnen als je al helemaal bezweet bij hen aankomt door het niet zo soepeltjes aankleden van de kinderen en de (daardoor) hele wereldreis naar haar toe. Om vervolgens tussen elke uitgesproken zin bij het uitstorten van je hart een aanwijzing te geven waar de jongens wel en niet precies aan mogen zitten, tussen het verschonen en op allerlei andere manieren bijsturen door. Een fantastische alternatief bleek; bellen! Gewoon even rustig op de bank aan de telefoon (op een uitgekozen moment) bleek een zoveel efficiëntere manier van 'elkaar echt even spreken'. Bij elkaar op bezoek gaan blijven we uiteraard (af en toe) doen, maar dan niet met als doel om elkaar ook echt te spreken. Meer dan om vrij-uit te lachen om onze kinderen en herkenning te vinden in alle mogelijke manieren waarop onze kinderen telkens weer een weg vinden om ons - met en door elkaar heen - te verrassen! ;) 10. Opschrijven wat er in je hoofd speelt geeft ruimte! 'Create your own headlines' zei iemand laatst. Zou best kunnen dat het ook Emily was haha! Maar dat vind ik nu al een goed idee, alleen al om mijn hoofd leger te maken van alles wat er zich in bevindt. Af en toe is het heerlijk om eens dingen op te schrijven, zodat ze een plekje hebben, en niet meer hoeven ' ronddwalen' zonder duidelijke bestemming. Dit plekje bleek een goed idee. Zo kan ik mijn gedachten af en toe terug lezen in de vorm van 'headlines' om me eraan te herinneren hoeveel ik eigenlijk mee maak, in 1 zo'n seizoen. Nu ben ik natuurlijk heel erg benieuwd: wat heb jíj afgelopen herfst geleerd? Als ik had geweten
Hoe het leven zou (ver)gaan Hoeveel jaren er nodig waren en zijn om gewoon en echt rechtop op te staan Dan had ik het zo weer gedaan het gestuntel en gebuk Want struikelend leren vallen Is soms beter dan geluk In de diepte zat de rijkdom In de pijn het stil verdriet Ik wilde maar 1 ding zeker weten mijn God, vergeet mij niet. Het zijn Zijn handen die mij elke dag vormen en kneedden al vanaf het prilste begin Nu 32 jaren verder Mag dat ook, vol-ledig zonder enig tegenzin. Laat de stormen dan maar komen laat de harde wind er maar zijn Ik ben veilig en geborgen Ik ben kostbaar, maar ook klein. En dat alles mag er wezen Van de grote vreugde tot het kleinste stil verdriet Want ik weet maar 1 ding zeker; Mijn God vergeet mij niet. 'You can spend your whole life traveling around the world searching for the Garden of Eden, or you can create it in your backyard.' - Khang Kijarro Nguyen 'Kijk mam! Dit is Jupiter!!'. En de aarde heeft het zwaar, daarom valt alles naar beneden!'. Ephraim is op school duidelijk begonnen met een nieuw thema; de ruimte. Ik bedenk me bij alles wat er hij elke dag weer over vertelt dat het waarschijnlijk niet lang meer duurt voordat ik er zelf Google bij moet pakken om te kijken of dat wat hij zegt zijn out-of-the-box verbeeldingskracht is, of daadwerkelijk ook klopt. Een jongetje van 4,5 over zwaartekracht te horen praten, en over Jupiter, is voor mij best spannend. Waar zijn de ridder verhalen, de spelletjes waarbij iedereen zogenaamd 'kan vliegen'. het vader - en moedertje spelen, en de magie van het kabouterbos? Ik betrap mezelf erop dat ik hem eigenlijk nog even wil beschermen voor de 'echte'. feiten. Die van de zon, de maan, de ronddraaiende aarde en ..de zwaartekracht, die het ons als volwassenen soms zo moeilijk lijkt te maken om ook ouder - wordend wellicht te -blijven- vliegen.
De volgende dag komt hij thuis met een zelf gefabriceerde raket. Oranje is hij, met zwart tape en op de punt zelfs een paar gouden sterren. 'Want die heb je in de ruimte ook!'. Terwijl ik het eten klaar maak praten we over de aarde, de planten en de zon 'waardoor alles kan groeien' volgens Ephraim. De wetenschap is officieël ons huis binnen geslopen zucht mijn hart, en wat voorzichtig probeer ik hem uit te leggen dat God echt overal over nagedacht heeft. En, in alles, ook zoveel liefde heeft gelegd. Dat alles elkaar nodig heeft, dat planten tijd nodig hebben om te groeien, en ook elke dag, naast zon, een beetje water. Dat er in verschillende seizoenen verschillende bloemen bloeien, waardoor er, zelfs in de winter, altijd wel een paar te vinden zijn. Dat er zoveel verschillende kleuren zijn, in plaats van dat alles zwart wit is, en dat wij mensen zijn aangesteld door God om voor alles wat hij schiep te zorgen, en er iets mee te doen. We mogen alles wat God schiep beschermen met onze zorg maar we mogen het ook bewerken! (in cultuur brengen). Ik las vorige week iets over het verschil tussen God's Scheppingsdaad en onze scheppings-opdracht. God creëerde Orde door te spreken in de chaos. Er ontstond natuur, een ritme, de tijd. En zelfs licht, waardoor dit alles ook te zien was. Wij mensen -creatief als we zijn gemaakt- kunnen van al deze dingen ook iets creëren en maken. Dat kunnen voorwerpen zijn, maar uiteindelijk gaat het om het ' in cultuur brengen' van dat we voor handen hebben. Scheppen is eigenlijk alleen iets wat God kan; vanuit het niets, iets maken. De orde die hij in de natuur heeft gelegd, het ritme dat er in verstopt zit, zijn eigenlijk de basis waarop al het andere levende zijn weg vind. Wij als mensen kunnen ontelbare dingen maken, maar wel altijd van dingen die er al zijn, en nog belangrijker; voor handen zijn. Daardoor is het ook te verklaren dat in verschillende klimaten en omstandigheden, verschillende culturen zijn ontstaan. Mijn gezin is voor mij de afgelopen tijd steeds meer 'mijn' cultuur geworden. Mijn 'grote' dromen hebben plaatsgemaakt voor nog grotere dromen, alleen is de context daarvan wat kleiner geworden. Ik bevindt me nu vooral tussen de 4 muren van ons huis (op de bakfietsritjes naar school na). Het stukje 'tuin' waar ik voor mag zorgen bestaat op dit moment uit dit huis, ons (t)huis, en de levens van mijn man en mijn 3 jongens die hier samen komen en -elke dag een beetje - water en zon komen halen. Uiteraard zorgt God zelf voor de benodigdheden (veiligheid en voedsel), maar ook ik mag wat ik voor handen heb, in cultuur brengen. En dat is de meest uitdagende, grote, bijzondere maar ook kwetsbare taak die ik ooit in mijn leven toebedeeld heb gekregen! Voor de complete aarde zorgen is nooit onze verantwoordelijkheid geweest. Maar God gaf Adam en Eva wel een stukje tuin. En zo heb ik nu ook mijn eigen 'tuin(tje)'. Als we zo allemaal onze eigen tuin(tjes) bewaken en bewaren, en alles wat het ritme en de orde van God in de weg staat daarin blijven opruimen (!) mogen we erop vertrouwen dat het mooie tuinen worden, alleen al omdat Hij er kan wonen! En dat al die tuintjes samen uiteindelijk de Tuin vormen waar het in Openbaring over gaat. De zon, de maan, de sterren .. de 'echte feiten' zijn niet iets wat ons kinderlijk geloof in de weg staat; ze zijn juist de bouwstenen waarop we ons leven mogen bouwen en de ingrediënten waarmee we ons leven mogen vormgeven. Zo lang heb ik gedacht dat er één manier was waarop ik 'goed' kon leefden. Dat er één specifiek (en bijna onhaalbaar) recept was voor een ' goede vrouw'. een ' goede moeder' een ' goed (gelukt) gezin' . Maar ik besef me momenteel dat iedereen, op zijn eigen creatieve en unieke manier, met zijn eigen gekozen (maar geschapen) ingrediënten zijn eigen creatie mag maken van dat wat God ons voor handen geeft. Zolang het Zijn geschapen ritme en structuur (en daarmee Hem!) maar eert. 'Laten we die raket maar goed bewaren!' zeg ik lachend tegen Ephraim. We zullen hem wellicht nooit nodig hebben, maar het geknutselde kunstwerk met rafeltjes tape, oranje verf en de inventieve ventiel-sluiting herinneren mij er aan dat in de meest provisorisch geknutselde werkjes we de gouden sterren nog steeds letterlijk en figuurlijk hier op aarde kunnen treffen en vinden. En die magie, daar kan geen wetenschap, maar ook geen sprookje tegenop! Note to self; laten we daarom de Schepper eren met hoe wij onze leven in cultuur brengen. En niet het geschapene... Vanmorgen werden we wakker met sneeuw. Vanuit mijn warme bed zag ik een laagje knisperend zachte korrels door het beslagen raam. Het is officieel nog herfst, maar eigenlijk dus al winter. Hoe het precies werkt weet ik niet, maar het winterse uitzicht deed iets met ons. Of in ieder geval met Ephraim. 'Sneeuw mama!!' gilde hij hoogdravend door de kamer. Zijn overtuigende enthousiasme meteen gevolgd door een pruilende lip. 'Maar we hebben helemaal geen wortel' zei hij met een zielige stem. Een wortel? Vroeg ik verbaasd. 'Ja...! om een sneeuwpop te kunnen bouwen!!'. Mijn gedachten gingen meteen terug naar 1,5 jaar geleden, januari, waarin we slechts een paar weken na het ontslag van Cephas uit het ziekenhuis samen met mijn ouders naar Oostenrijk vertrokken voor een weekje wintersport. Het was het begin van een moeilijke periode, bleek achteraf. Tussen het snowboarden en weinig slapen door (wie gaat er dan ook op wintersport met 2 zulke jonge kinderen ;)) bereidde ik daar aan de keukentafel mijn zoveelste college voor. Mijn zwangerschapsverlof liep weer ten einde en ik zou weer gaan beginnen met mijn werk als docent in het HBO, met volle moed! Niet wetende dat deze vakantie niet het einde van een moeilijke tijd was (met Cephas in het ziekenhuis) maar juist het begin van een veel dieper liggende reis. Niet een van opgeluchte en frisse snowboard-afdalingen, maar met in de hoofdrol een onverwachte, kollosale sneeuwschuiver. 'Laten we een kerstfilm kijken!' , oppert mijn man. De winter lijkt ook bij hem te zijn neergedaald. 'Terwijl mama een lekker kopje koffie voor ons zet' knipoogt hij me toe. Terwijl de koffie loopt, de jongens zich met elkaar op de bank genesteld hebben en de eerste kerstversieringen op tv verschijnen zie ik hoe het licht van buiten de witte sneeuw weerkaatst en een bijzondere lichte witte gloed in ons huis verspreid. Het is winter, besef ik me nu ook. Het is bijzonder hoe een laagje sneeuw onze dagen kunnen veranderen. We hebben er herinneringen bij, we kruipen iets dichter tegen elkaar aan, we genieten van koffie alsof het langverwachte thee of gluhwein is. De koudheid buiten lijkt onze zoektocht naar warmte binnen nog meer aan te wakkeren. En dat is wellicht precies wat er in de afgelopen periode gebeurd is. Want terwijl de sneeuwschuiver alles waarvan ik dacht dat het me voor altijd warmte zou geven, op een onherkenbare koude hoop veegde, werd ons huis en ons gezin, steeds minder met tegenzin, mijn warme thuis. Je zou kunnen zeggen dat het vuur zich verplaatst heeft, van mijn vurige ambitie om een fantastische docent theologie te zijn en worden (maar wat in combinatie met ons bedrijf en gezin steeds meer offers begon te vragen) naar een klein maar duurzaam vlammetje in mijn hart dat zich heeft leren overgeven om genoegen te nemen met elke dag een beetje olie, waardoor ik in ieder geval zeker weet dat mijn vlammetje het vol houdt, en überhaupt blijft branden. Ik heb mijn grote vuur ingeruild voor kleine beetjes olie, elke dag weer. Broodkruimels en een kus van Cephas, een nieuw 'kunstje' van Ephraim, het eten dat op tijd klaar is en de kleine grote vreugde van een net opgevouwen was. Allemaal druppeltjes olie die mijn vuurtje door de dagen heen laat branden. Nu ik dit mezelf hoor zeggen schrik ik. Net opgevouwen was? Is dat nou werkelijk waar ik voor gemaakt ben? Waar ik zoveel jaar voor gestudeerd heb? Maar meer dan ooit in mijn leven ben ik aan het ervaren dat gevouwen was niet voor onderdanigheid en opgelegde burgerlijkheid staat, maar slechts liefdevolle en zorgzame handen representeren. Die van mij, als hoopvol struikelende moeder. Een moeder met ambitie, maar ook met een echt hart, en echte handen, die, om de echtheid te kunnen bewaren, maar beperkt in gebruik genomen kunnen worden. In ieder geval, bleek in mijn geval, niet door teveel dingen tegelijk. Soms verplaatst vuur zich. Soms breidt het onverwacht uit en loop het uit de hand. En soms veranderd het van vorm, of in ieder geval van grootte. Want net toen ik dacht dat al het vuur wat ik altijd in mij had gehad plotseling leek uitgeblust en alles om mij heen leek afgebrand (zo kan het voelen met een burn-out), hebben mijn steeds kouder wordende verlangens mij de weg gewezen naar daar waar het nog warm was, en met mijn aanwezigheid ook nog warmer kon worden. Die plek bleek thuis. Daar waar mijn jongens zich samen op de bank nestelen en ik met zoveel meer liefde koffie kan zetten. Maar vooral daar waar er meer dan genoeg tijd en ruimte is om iets op ontbrekende wortels te verzinnen, mocht er iemand -met heel veel emotie - om vragen ;). Voor nu is dat genoeg, want zoals ik ooit leerde: een kaarsje dat een ander kaarsje aansteekt hoeft niets van zijn eigen vuur te verliezen. En met inmiddels drie kleine kaarsjes in huis ... komen wij die winter wel door! Foto's zijn uit januari 2017 'The proper perspective to maintain is that we are here for only one purpose-- to be captives marching in the procession of Christ’s triumphs.' Oswald Chambers De wind blaast door het raam. Ik voel de kou van de plastic ziekenhuismatras onder mijn opgetrokken benen. Het laken dat half over mijn bed ligt zit vol kreukels. Voor mij een monitor met voortdurende bewegingen. Tegenover mij vale gele muren en een gordijn. Daarnaast een bedje, met een kind. Mijn kind. Een hoopje leven omgeven door slangetjes. Vijf weken oud en doodziek. Ik weet niet meer precies wat ik in die tijd allemaal gevoeld heb en gedacht. De dagen en uren in het ziekenhuis voelen als een vage, grijze herinnering. Met af en toe hele specifieke kleuren. Het paarse buisje in de miniscule naalden, de kraakwitte spuugdoekjes om zijn lijfje gewikkeld, de donkerrode gordijnen op onze kamer in het Ronald MacDonald huis en de helderblauwe kleur van de plastic en koude ziekenhuismatras. Het leven van jou als tweede zoon begon als een sprookje, een ‘er was (in)eens’ een kleine jongen, zo snel geboren dat je door je vader eigenhandig werd opgevangen in de douche. Een klein, nieuw sprookje in een ander sprookje; een fijn huwelijk, een net gebouwd huis, een sprankelende eerste zoon in een samenvallend plaatje. Ons leven was heel. Er kon zo een lijstje omheen. Af en klaar om ingekleurd te worden. Dat zo’n klein mensje, zo gaaf en geliefd, zo ziek kon worden, had ik dan ook nooit in mijn verhaal willen weven. Maar het moest, want het was gebeurd. Jij was echt zo ziek geworden, dat je lichaam te zwak werd om zelf nog te kunnen ademen. Je spieren zo strijdbaar dat ze door medicatie moesten worden platgelegd. En je lijfje zo uitgeput dat het vechten door een apparaat moest worden overgenomen. Die twee weken, met hoewel een goed einde zoals een sprookje betaamd, brak echter mijn grotere, overkoepelende sprookje in tweeën. Letterlijk en figuurlijk. Want de lijntjes van ons leven die klaar stonden om te worden ingekleurd waren niet meer zo netjes afgebakend als de lijntjes waarbinnen ik als kind had leren kleuren. Netjes binnen die lijntjes kleuren om een mooie tekening te krijgen lukt ineens niet meer zo goed met lijnen die niet af zijn en lijken, die pijn doen en gewoon nog geen einde kennen. En naast de mooie lichte kleuren, moesten er ineens ook lelijke en donkere in onze tekening worden verwerkt. Ik zit naast je op de grond. Je lacht en straalt en bent tegelijkertijd gefrustreerd. Door een hersenbloeding na je opname, waarschijnlijk door de medicijnen, is je lijfje ook nog halfzijdig verlamd geraakt. Er is hoop zegt de dokter, want jouw hersencellen zijn nog zo in de maak dat er nog genoeg nieuwe verbindingen kunnen worden gelegd. Maar dit is nu in jouw kleine grote leven en ontwikkeling een dikke zwarte lijn geworden, waar ik ook nog eens omheen moet kleuren. Vroeger gooide ik mijn minder mooie tekeningen gewoon weg. Verkreukelen en weer een nieuwe. Totdat het mooi en ‘goed genoeg’ was. Totdat het plaatje klopte. Maar de lijnen die nu op papier staan, daar weet ik even geen raad meer mee. Naast de ingewikkelde en rafelende zwarte strepen mengen verschillende emoties de kleuren tot pigmenten die ik niet ken. Ons leven tekenen is niet alleen maar leuk meer; een avontuur op weg naar een mooiere tekening. Het is een onzeker proces geworden, waarvan ik het eindresultaat niet meer kan inschatten en waarvan ik me dagelijks afvraag of het resultaat wel goed genoeg is. Vandaag besloot ik voor het eerst mijn tekening voorzichtig op te bergen. Deze keer niet uit frustratie maar uit een weloverwogen keuze. Ik besefte me namelijk dat mijn ingekleurde sprookje een zelfbedacht verhaal was. Over hoe het leven zou moeten zijn, en op de één of andere manier niet meer is. Alle bloed, zweet en tranen die ik in het perfectioneren van mijn plaatje stop, waar gaan die eigenlijk naartoe? In wie zijn tekening ben ik eigenlijk Getekend? In welk Grote verhaal krijgt mijn plaatje een plek? En als de Grote Schilder daarvan besluit om voor mijn leven gebroken wit te gebruiken en lijnen die in zijn Schilderij wél bij elkaar passen, wie ben ik dan om te zeggen; ik ben een grotere kunstenaar dan Hij. Deze blog is geschreven naar aanleiding van een opdracht voor een schrijf twee-daagse van ARK MEDIA. |
Over' Moederschap is Romeinen 12:1-2So here’s what I want you to do, God helping you: Take your everyday, ordinary life—your sleeping, eating, going-to-work, and walking-around life—and place it before God as an offering. Embracing what God does for you is the best thing you can do for him (...)
|