'Love like you'll never be hurt' Het is dinsdagochtend, 8.30. Sjoerd Pieter maakt me wakker met een wat verontwaardigde blik; 'eh, het is al half 9'. Cephas ligt naast ons nog heerlijk te slapen, en van Ephraïm hebben we ook nog niets gehoord. Heerlijk zou je denken, tot het moment dat we beseffen dat het dinsdag is, en de jongens dus vóór 9u op de opvang moeten zijn. Wat een 'Hé-yes-ik-heb-eindelijk-weer-eens-uitgeslapen'- ochtend had kunnen worden, veranderde nu in een paar seconden in een 'ik-heb-haast-en-niemand-wil-meewerken' nachtmerrie. Ik sprint naar de keuken om de melk van die dag voor Cephas uit de vriezer te halen, met grote stappen stamp ik rond in huis; mijn mood is allesbehalve dat wat je na een zeldzame nacht doorslapen zou verwachten. Snel kleden we de jongens aan, nog sneller kam ik mijn haar, en dan haal ik, met nog grotere stappen, de auto.
De zon schijnt, we zijn nog nét op tijd. Maar ik ben allesbehalve in peace. Ik ben gewoonweg heel erg chagerijnig. Sinds ik moeder ben lijkt het alsof alles wat er gebeurd, 3x zo hard binnenkomt. Vreugde, verdriet, teleurstellingen en schoonheid; ik kan eigenlijk overal wel om huilen. Het is alsof mijn zenuwen ineens niet meer veilig onder mijn huid verstopt zitten maar nu gewoon open en bloot bovenop mijn huid zijn geplakt, zodat alles wat er ook maar gebeurd, meteen binnen komt. Letterlijk en figuurlijk. Bam. Die 'sorry-schat-ik-ben-de-wekker-vergeten-te-zetten' wordt ineens totaal overgenomen door het 'er-is-ook-helemaal-niemand-die-hier-meewerkt' gevoel. Ik vind ineens dat alles en iedereen mij tegenwerkt, dat alles ook vooral door iedereen komt, en dat mijn peace nu verstoord is door datzelfde alles en diezelfde iedereen. Nu ik dit zo opschrijf schrik ik er van, ik kan er alleen niet een eerlijkere omschrijving van mijn wrede gevoel van maken. En dat terwijl ik die avond daarvoor nog aan Sjoerd Pieter vertelde hoe ik geïnspireerd was door een verhaal dat ik las van een vrouw die aan Jezus had gevraagd om haar iets te laten zien van Zijn lijden, en toen vertelde hoe iemand per ongeluk in haar gezicht spuwde om vervolgens te bedenken dat Jezus ook de mensen die dat bij hem deden, gewoon lief had, en bleef hebben. Nu is er niet eens iemand die in mijn gezicht spuugt. . Ik heb slechts last van een vergeten wekker, een man die ondanks alles de rust zelve blijft, een jongen die zijn schoenen niet aan wil doen terwijl de klok rustig doortikt. Maar toch, als ik de trap afloop, voelt het alsof ik het spuug van mijn gezicht moet wrijven. Nadenkend over dit hele tafereel, en mijn eigen ego die dit alles waarschijnlijk veroorzaakt, besef ik me dat alle praktische dingen helemaal niet zo spannend waren (Ephraïm wilde zijn schoenen - net wat later - wel gewoon aan, we waren nog gewoon op tijd, en ook al zou dat niet zo zijn, dan had ik gewoon op de opvang glimlachend mijn excuses kunnen aanbieden). Ik denk dat het spuug dat ik voelde vooral van mijzelf was. Het spuug dat eigenlijk zei; 'zie je wel, je hebt het niet allemaal op een rijtje, je bent weer te laat, je kunt het allemaal niet, je maakt er wederom een zooitje van'. En juist die spuug, die doet pijn, en die komt extra binnen, omdat ik elke dag weer geconfronteerd wordt met het feit dat hoe mooi ik het allemaal ook bedenk, en hoe hard ik er ook voor werk om het voor elkaar te krijgen, ik het eindresultaat, met twee geheel unieke kinderen, niet meer in de hand heb! Ik ben dus op zoek naar een nieuwe filter voor mijn kwetsbare zenuwen. Een beschermlaag die zowel alles wat er binnen komt, maar vooral ook alles wat er in reactie daarop, weer uit komt, filtert. Spuug, onvervulde verlangens of niet waargemaakte verwachtingen; hoe erg zijn die eigenlijk en van wie komen ze in de first place? Diezelfde vrouw uit het verhaal vertelde dat de uitdaging van het volgen van Jezus is dat je alles wat er op je afkomt kunt ontvangen door een filter van Christus' liefde, en als antwoord daarop, in alle omstandigheden, Zijn liefde weer kunt teruggeven. Soms betekent dat het aanbieden van je rechter wang, soms het genadevol ontvangen van een compliment in plaats van jezelf naar beneden te halen. Of gewoonweg kiezen om te kijken naar wat er wel is, in plaats van niet. We hebben namelijk geen controle over hoe en wanneer er op onze wang wordt geslagen, of wanneer deze wordt gestreeld, en ook niet over wanneer we worden bedolven onder bevestiging of deze juist achterblijft of weggenomen. We kunnen alleen lief hebben en door dat te doen, Jezus vertegenwoordigen in een 'oog-om-oog, tand-om-tand' wereld en daarmee de boodschap van het 'jij vs. mij' omkeren met een compassie die zegt 'Hij én ik zijn voor jou'. Of je nu slaat of streelt, mij bevestigd of juist niet. Een filter van Christus' liefde dus. Die, in dit geval, zelfs mijn eigen spuug veranderd in fris water; om mijn gezicht in de ochtend mee te wassen en de dag, hoe haastig ook, schoon (en daarmee vol schoonheid) te kunnen beginnen.
0 Reacties
“The monsters are gone." "Really?" Doubtful. "I killed the monsters. That's what fathers do.” - Fiona Wallace Sinds we twee kleine jochies in ons leven hebben rondlopen (letterlijk en figuurlijk ;)) vieren we ook vader- en moederdag. Nu zijn Sjoerd Pieter en ik niet echt van die feest-vierders. In ieder geval niet op speciaal bedachte dagen daar voor (let op; wel op alle andere dagen eromheen :)). Ik luisterde vandaag naar een podcast van Risen Motherhood, waarin er werd nagedacht over dat wat je als vrouw, de 'vader' van je kinderen nu het beste kunt geven. Thuis doe ik uiteraard mijn best, om er wat leuks van te maken (en houden) maar ik geloof dat we als vrouwen en moeders ook echt zo kunnen bijdragen door concreet en structureel te bidden voor de man die God ons (in vertrouwen!) heeft gegeven! Ik ben een tijdje op zoek geweest naar zo'n gebed voor komend jaar. Niet alleen om hem dagelijks bij God te brengen (i.p.v hem te wijzen op mijn eigen 'verlang' lijst, daar ben ik heel erg goed in :S) maar juist ook om woorden te geven aan dat wat ik hem zo toe wens, en dus ook bidt. Gelukkig heeft st. Patrick ooit iets opgeschreven, dat van de woorden van mijn hart een gebed maakt! God, geef Sjoerd Pieter dit jaar, (...) Your strength to steer him, Your power to uphold him, Your wisdom to guide him, Your eye for his vision, Your ear for his hearing, Your word for his speech, Your hand to protect him, Your pathway before him, Your shield for his shelter, Your angels to guard him from ambush of devils, from vice's allurements, from traps of the flesh, from all who wish ill, whether distant or close, alone or in hosts.” 'Christ be beside him, Christ before him, Christ behind him, Christ within him, Christ beneath him, Christ above him. Christ on his right hand, Christ on his left, Christ where he lies, Christ where he sits, Christ where he rises. Christ in the hearts of all who think of him, Christ in the mouths of all who speak to him, Christ in every eye that sees him, Christ in every ear that hears him.” Geïnspireerd door: Het Borstschild, een lied van St. Patrick, 450 *St. Patrick (omstreeks 450) was de eerste bisschop van Ierland en daarmee is hij een van de voorlopers van Willibrord en Bonifatius, die hier het evangelie brachten. Mooi om dit te leren uit die Keltische wereld, waarin de nadruk, naast de rechtvaardiging door het geloof, ook ligt op de kracht van God.
'We come to the table because our hunger brings us there'. - Shauna Niequist, Bread and Wine Reading 1 Deutoronomy 8:2-3, 14b-16a Moses said to the people: "Remember how for forty years now the LORD, your God, has directed all your journeying in the desert, so as to test you by affliction and find out whether or not it was your intention to keep his commandments. He therefore let you be afflicted with hunger, and then fed you with manna, a food unknown to you and your fathers, in order to show you that not by bread alone does one live, but by every word that comes forth from the mouth of the LORD. "Do not forget the LORD, your God, who brought you out of the land of Egypt, that place of slavery; who guided you through the vast and terrible desert with its saraph serpents and scorpions, its parched and waterless ground; who brought forth water for you from the flinty rock and fed you in the desert with manna, a food unknown to your fathers." - Het was woensdagmorgen, 7u. Ik zat op de bank met een kop thee. Ik was net klaar met de bijbelstudie van Beth Moore van deze dag. Tijdens het lezen van Exodus 16 raakte iets mij. Ik las over de Israeliëten die aan mopperen waren tegen Mozes. 'Had de Heer ons maar laten sterven in Egypte, dan hadden we tenminste genoeg te eten!'. De afgelopen maanden heb ik meer gemopperd dan ooit. Over slapeloze nachten, over de druk die ik voelde op mijn werk, de bedrijfsarts, over de boodschappen, het koken, de was (die al weken opgevouwen moet worden), knoeiende kinderen en oh ja, o.a. het kort aan date-nights én overvloedige aandacht van mijn man. Ga zo maar door ;) Hoewel net bevrijdt uit Egypte, en nog niet eens zo lang op weg, kregen de Israëlieten honger. Ze verlangden terug naar Egypte (ookal waren ze daar slaven!) omdat ze daar in ieder geval lekker fruit, vis en groenten te eten hadden. De Israëlieten communiceerden dus dat ze liever als slaaf in Egypte hadden willen blijven, bij hun vleespotten, dan bevrijd te worden en op weg te gaan naar het land dat hun beloofd was. God, zo goed als hij is, beloofde na de noodkreet van Mozes ('wat moet ik met dit klagende volk?!'' ) elke dag, manna uit de hemel. En, mooier nog (in eerste instantie dan;) kwartels (die ze - spectaculair- met de hand konden vangen!) voor het vlees. De kwartels herinnerden de Israëlieten aan Egypte, want daar hadden ze die kwartels ook. God gaf zijn kinderen dus twee soorten voedsel daar in de woestijn; voedsel uit de hemel, en voedsel uit de wereld. God wilde ons dus graag manna uit de hemel geven, maar wij willen perse ook van de tafel van de wereld eten. De Israëlieten wilden zowel de rijkdommen van God als de lekkere hapjes uit Egypte. Ze wilden het beste van beide werelden! Precies in die tweestrijd, zag ik mezelf voor me. Aan de ene kant mijn 'oude' leven, vol energie, unlimited to-do-lijsten, perfecte eindproducten en de touwtjes strak in handen! Aan de andere kant mijn 'nieuwe' leven. Kwetsbaar en afhankelijk, een constante zorgvraag (van nog niet complimenterende kinderen ;)), en een chaos in huis die als vergrootglas fungeert voor de chaos in mijn hart en hoofd. Zo graag wil ik de dingen uit mijn oude leven combineren met de dingen uit mijn nieuwe leven. Maar God laat mij door het verhaal van de Israëlieten zien, dat dat eigenlijk geen oplossing is. Dat dat de rijkdom van het simpele manna (genoeg voor vandaag, elke dag opnieuw, net zoveel je nodig hebt) niet tastbaar wordt zolang er teveel kwartels zijn waarmee we onze honger kunnen stillen. Na het lezen van dit artikel, besefte ik me het volgende. Er is leven NA het kruis. Misschien moest ik eerst mijn kwartels op willen geven, om echt van het manna te genieten. Dat manna wat maar simpel en klein en eenvoudig lijkt* (niet smeuïg en lekker en zoet). Het manna dat ik niet zelf hoef te vangen (presteren?), en me herinnert aan al het goede in mijn oude 'Egypte'. Maar het manna dat elke dag weer voor me klaar wordt gelegd, net zoveel als ik voor die dag nodig heb, en wat ik alleen maar zelf hoef te verzamelen. Het manna bevat een prachtige les over God's genade; Hij geeft ons precies wat we nodig hebben. Nooit te weinig. De hoeveelheid manna die we die dag ontvangen, komt precies overeen met de behoefte van dat moment. En ik heb tegenwoordig, kan ik je vertellen, heel wat extra genade nodig. Beth Moore herinnerde mij tot slot aan het volgende; Hoe vaak zien we God's heerlijkheid niet over het hoofd, omdat we op zoek zijn naar iets groots? Het manna was wit van kleur, het was daarmee zuiver en volmaakt. De wereld biedt meer dan genoeg kwartels om onze honger te stillen, maar hoewel we ons volproppen, zullen we ons nooit voldaan voelen. Het is God die in mijn dagen, in alles, voorziet! Hij wil graag dat ik besef dat hij elke dag opnieuw weer voor mij zorgt. Die elke dag ... die vind ik nog lastig. Want graag teer ik op mijn eigen 'reserves' als het even doorzetten is. Maar nu die reserves allemaal zijn aangebroken, zit er niets anders op, dan elke ochtend manna te verzamelen, en erop te vertrouwen dat dat voedsel, genoeg is, om van die dag, een mooie dag te maken, en een goede, en volle. ** * Hoe grappig, dat manna afgeleid is van het Hebreeuwse man, dat 'wat?' betekent **Lichamelijk zouden we nooit in leven kunnen blijven als we maar eens per week iets zouden eten. Toch verwachten we dat in geestelijk opzicht vaak wel ... Gospel John 6:51-58 Jesus said to the Jewish crowds: "I am the living bread that came down from heaven; whoever eats this bread will live forever; and the bread that I will give is my flesh for the life of the world." The Jews quarreled among themselves, saying, "How can this man give us his flesh to eat?" Jesus said to them, "Amen, amen, I say to you, unless you eat the flesh of the Son of Man and drink his blood, you do not have life within you. Whoever eats my flesh and drinks my blood has eternal life, and I will raise him on the last day. For my flesh is true food, and my blood is true drink. Whoever eats my flesh and drinks my blood remains in me and I in him. Just as the living Father sent me and I have life because of the Father, so also the one who feeds on me will have life because of me. This is the bread that came down from heaven. Unlike your ancestors who ate and still died, whoever eats this bread will live forever." |
Over' Moederschap is Romeinen 12:1-2So here’s what I want you to do, God helping you: Take your everyday, ordinary life—your sleeping, eating, going-to-work, and walking-around life—and place it before God as an offering. Embracing what God does for you is the best thing you can do for him (...)
|