‘I have been armed for as long as I can remember, a veritable bunker of books and meals and drinks and to-do-lists- they looked like real life, but upon closer inspection they were my armor against it’. (Shauna Niequist - Present over Perfect) Whatever thing you think you can’t do without (…) whatever it is that you clutch onto with angry fists, that you grab like a lifeline, when you release that thing, when you let it go, that’s when you’ll hear the notes between the music. That’s when you’ll feel the groove, the rhythm you were made to feel, that you’ve covered over a thousand times with noise and motion and fear and all the things. When you hear it, you’ll realize it sounds a lot like your own heartbeat, the rhythm of God, of life, pumping in your chest, the most beautiful song you’ve ever heard. (Shauna Niequist – Present over Perfect) De ritjes in de trein op weg naar mijn werk in Zwolle zijn tegenwoordig ‘me-time’ momentjes. Ik lees in dat uurtje de boeken waar ik thuis bijna niet meer, of in ieder geval moeilijk aan toe kom.
Tijd heeft een andere wending gekregen sinds ik moeder ben. Tijd is niet meer iets dat ik ‘vol moet maken’, het liefst met mooie en prachtige, spannende en nieuwe mensen en dingen. Het lijkt soms iets te zijn geworden dat al ‘vol’ is, en waar ik tegenwoordig een ritme in moet blijven vinden om de verschillende (onder)delen van mijn leven een evenwichtig plekje te geven. Dus vooral niet (te)veel nieuwe dingen, maar voornamelijk vooraf bepaalde dingen. Een externe puzzel van 1.000 stukjes, waarvan ik zo vaak s’ochtends geen idee heb waar ik moet beginnen, of waar ik überhaupt gebleven ben. Gewoon, hup, op hun plek zetten. Letterlijk en figuurlijk. Mijn vader noemt het metselen. Het huis is al bepaalt, en ik metsel gewoon de stenen. Één voor één. Zonder me af te vragen of het huis ook anders kan, of mooier, of beter, of gewoon…leuker en origineler. Daar heb ik gewoonweg geen tijd (meer) voor. Deze week, toen ik een paar dagen aan het uitrusten was bij mijn ouders vroeg ik me af hoe het komt dat ik zo uitgeput ben. Daar had ik ineens tijd voor. Is het de verwerking van een abrupte wending tijdens mijn zwangerschapsverlof? Is het mijn werk dat (na mijn verlof) ineens zoveel van me vraagt dat ik geen idee heb hoe en of ik het ooit klaar kan krijgen zonder s’nachts door te werken? Is het mijn perfectionisme dat zegt; ‘het huis moet ook altijd gepoetst en vooral eerst en altijd op orde’, terwijl ik in de praktijk voor mijn gevoel elke dag weer aan het ‘puin’ ruimen ben en er geen einde aan lijkt te komen. Tussen alle bakstenen door vang ik uiteraard ook af en toe een glimp op van mijn twee prachtige jongens en mijn lieve man. He maar wacht, die zouden toch, in volle glorie, centraal moeten staan? Daar ben ik toch juist zo hard voor aan het metselen? Elke dag weer? Dus ik metsel en metsel en ik zie het einde nog niet in zicht. Terwijl ik me steeds meer frustreer over het feit dat ik, bekleed met cement en zere handen, door de vele stenen gedesoriënteerd geraakt ben. En me inmiddels zelfs afvraag of dat wat ik aan het bouwen ben, überhaupt wel een huis aan het worden is. Een huis waarvan ik niet eens meer weet of ik die wel zo graag wil bouwen. En of dat zelfs wel de bedoeling is. ----------------------- Toen ik God vroeg om wijsheid over dit alles leek hij het volgende te fluisteren: Lieve Anneleen, Mijn Koninkrijk bestaat niet uit bouwen. Maar uit zaaien en oogsten. De wereld laat ons zien dat we hoge torens moeten bouwen; steeds mooier en steeds groter. Om uiteindelijk te kunnen laten zien hoe sterk en goed en machtig we wel niet zijn. Maar in mijn koninkrijk moet er altijd eerst iets sterven voordat er groei plaatsvindt. Sterven en groeien. Zaaien en oogsten. Geen hoge torens, maar gewoon, net, precies, genoeg: voor elke dag. Uitgeputte landbouwgrond komt van teveel oogsten en te weinig zaaien. Maar vooral ook, te weinig rust om het land weer tot herstel te laten brengen. Misschien, dacht ik, moet ik mijn stenen maar eens inruilen voor rust. En ruimte. En geduld. En dan de handen die vrijkomen laten leren ontvangen in plaats van soms ook angstvallig, geven. En er dan, op vertrouwen, dat er weer gezaaid gaat worden. En uiteindelijk ook weer geoogst. Want hard werken, waarom doe ik dat eigenlijk? Omdat het nodig is? Of omdat ik wil laten zien hoe sterk en belangrijk en onmisbaar ik ben? Hoe hoger mijn toren hoe groter mijn kracht? Even niet hard werken, om mijn kostbare grond weer even te laten uitrusten, de kans te geven te herstellen: wat verlies ik daarmee? ‘In mijn koninkrijk moet er eerst iets sterven, voordat er weer iets kan groeien'. Mijn behoefte om mezelf te bewijzen: bedacht ik me. Laat ik die eens een tijdje in de grond stoppen. En dan, gewoon eens kijken wat er gebeurd.
0 Reacties
Laat een antwoord achter. |
Over' Moederschap is Romeinen 12:1-2So here’s what I want you to do, God helping you: Take your everyday, ordinary life—your sleeping, eating, going-to-work, and walking-around life—and place it before God as an offering. Embracing what God does for you is the best thing you can do for him (...)
|